11 mrt. 2019

Horeca groeit tot 2025 met 100.000 medewerkers

De horeca groeit, er zijn meer horecabedrijven en dus zijn er ook meer medewerkers nodig. Het aantal horecamedewerkers groeit de komende jaren met 100.000: van 443.900 begin 2018 naar 540.800 in 2025. Dat blijkt uit de nieuwe arbeidsmarktmonitor die SVH en KHN hebben laten uitvoeren. Om deze groei te realiseren, moeten horecaondernemers inzetten op drie dingen: behoud van medewerkers door goed werkgeverschap, het opleiden van huidige medewerkers en samen met het onderwijs zorgen voor grotere instroom van nieuwe scholieren.

De Nederlandse horeca groeit door vrijetijdsbestedingen, toerisme en vooral doordat consumenten vaker buitenshuis eten en drinken. Zelfs bij een gematigde economische groei en demografische ontwikkeling zijn de verwachtingen voor de branche positief. Tegelijkertijd vormt de gespannen arbeidsmarkt een mogelijke belemmering voor verdere groei van de horeca. Voor de komende jaren wordt een toename van het aantal horecamedewerkers verwacht van  3,6% in 2019 tot 2,5% in 2025. De groei van de branche komt daarmee op termijn in lijn met de economische groei in Nederland. En doordat de totale beroepsbevolking de komende jaren ongeveer gelijk blijft, knelt het in veel branches.

Om de horecagroei te realiseren, zijn de komende jaren naast de vervangingsvraag veel extra medewerkers nodig. Dat is één van de grote uitdagingen voor de horeca. Naar verwachting zullen tussen 2019 en 2025 jaarlijks 140.000 tot 158.000 nieuwe personeelsleden nodig zijn om aan de vervangings- en uitbreidingsvraag te voldoen. In 2019  zijn er 16.000 koks nodig en dat aantal loopt op naar 17.800 in 2025. Naar verwachting zijn er jaarlijks nog eens 60.100 tot 67.400 nieuwe medewerkers in de bediening nodig.

Uitstroom onderwijs onvoldoende
Uit de arbeidsmarktmonitor blijkt dat de reguliere mbo- en hbo horecaopleidingen bij lange na niet in staat zijn om deze explosief gestegen vraag in te vullen. Jaarlijks zijn zo’n 16.000 nieuwe koks nodig, terwijl er vanuit de opleidingen slechts ongeveer 3.000 gekwalificeerde koks per jaar beschikbaar komen. “Om de knelpunten met betrekking tot de hoge arbeidsvraag in de horecasector in de toekomst het hoofd te blijven bieden, zal de focus moeten liggen op het opleiden van nieuw personeel via particuliere opleidingen en branchediploma’s, naast het behouden en stimuleren van de instroom via het reguliere onderwijs. De enorme vraag naar geschoolde medewerkers kan eenvoudigweg niet alleen door het mbo worden ingevuld”, zegt Ricardo Eshuis, directeur SVH.

Meer flexibiliteit
Het aantal flexibele arbeidsovereenkomsten heeft in de horecasector tussen 2012 en 2018 een grote vlucht genomen, terwijl het aantal vaste arbeidsovereenkomsten min of meer op hetzelfde niveau blijft. Ten opzichte van het aantal flexibele overeenkomsten is het aandeel vaste overeenkomsten met vaste uren gedaald van 37% naar 29%.

Het totaal aantal zelfstandigen in de horecasector is in 6 jaar tijd met 12,6% gegroeid naar een niveau van 57.000 in 2018. Deze groei wordt met name veroorzaakt door de bijna verdubbeling van het aantal zzp’ers die eigen arbeid verkopen. Dit type zelfstandig ondernemers is in 6 jaar tijd gegroeid van 5.400 naar 9.900. Door deze flexibiliteit en de grote in- en uitstroom is 40% van de medewerkers jaarlijks nieuw en dat betekent dat al deze mensen moeten worden ingewerkt.

Grote in- én uitstroom
Het grote aantal nieuwe personeelsleden, waarvan het merendeel nog geen horeca-ervaring heeft, vormt een permanente belasting voor de horecabedrijven en hun medewerkers die blijven. Een instroom van 40% betekent dat 60% van de werkzame personen in de horeca blijvers zijn: personen die het voorgaande jaar al bij hetzelfde bedrijf werkzaam waren. Het personeelsverloop bij de restaurants is het hoogst, hier moet jaarlijks 45% ingewerkt worden.

Uit de arbeidsmarktmonitor blijkt verder dat met name veel jonge medewerkers maar kort in de horecasector blijven. Mensen die al een aantal jaren in de horeca werken, blijven bij verandering van bedrijf vaker binnen de horecasector werkzaam. “Daarom moet de branche nog veel meer werk maken van het binden, boeien en behouden van medewerkers”, aldus de voorzitter van KHN Robèr Willemsen. “Het gaat erom dat je als horecaondernemer in gesprek gaat met je medewerkers over wat zij van hun werk en loopbaan verwachten. En hoe jij daar op in kan spelen: met coaching en opleidingen. Vanuit KHN stimuleren we dan ook goed werkgeverschap.”

Kweekvijver
Voor veel werkzame personen in de horeca is de horecabaan de eerste baan. 42% van de bruto instroom komt vanuit een situatie zonder baan (met een uitkering), terwijl van de bruto uitstroom slechts 26% in deze situatie terecht komt. In de horeca doen medewerkers waardevolle vaardigheden op die ook buiten de branche gewild zijn. Dat is ook de reden dat er meer personeel vanuit de horeca uitstroomt naar andere branches dan er instroomt vanuit andere sectoren. Alleen de sector detailhandel/ consumentendienstverlening vormt hierop een uitzondering.

Over het onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door ABF Research in opdracht van KHN en SVH.
 

Het onderzoeksrapport is digitaal beschikbaar via http://bit.ly/Arbeidsmarkt2018 en is als magazine aan te vragen bij SVH via info+svh+nl.